Location
Bibliotheek Oostende - Wellingtonstraat 17, 8400 Oostende
Preis

Gratis, inschrijven verplicht.

Kunstkenner Xavier Tricot komt een lezing geven over het “groteske” in het oeuvre van Ensor aan de hand van beeldmateriaal. Tijdens de Vroegrenaissance, in de 15de eeuw, werd het paleis van keizer Nero in Rome, gekend als Domus Aurea(of Gouden Huis), “ontdekt”. Daar het paleis helemaal begraven lag onder de grond dacht men aanvankelijk dat men te maken had met een enorme grot waarvan de muren versierd waren met tekeningen. Die tekeningen werden aangeduid met het Italiaans woord “grottesco”, woord dat naderhand werd vertaald in het Duits als “Groteske”. Het woord kan zowel als substantief als adjectief worden gebruikt. De zogenaamde “groteske” tekeningen worden nu soms als “arabesken” bestempeld. De invloed van de Islamitische kunst met zijn grillige bloem-en bladmotieven heeft er later voor gezorgd dat de twee begrippen soms door elkaar worden gebruikt. Die tekeningen werden gekopieerd door zowel Italiaanse als Franse en Duitse kunstenaars zoals Jacob Binck (1485-1568), Paul Flindt (1567-1631), Lucas Killian (1579-1637) en de Italiaan Aloisio Giovannoli (1550-1618).

Verschillende Italiaanse en Franse paleizen uit de Renaissance werden naderhand versierd met deze type “groteske” versieringen. Vandaag heeft het woord “grotesk” in een alledaags gesprek een eerder negatieve bijklank: “ongepast”, “grillig”, “vulgair”. Interessant om te weten is dat Ensor een grote fan was van de Amerikaanse schrijver Edgar Allan Poe, auteur van The Tales of the Grotesque and the Arabesque. In navolging van Poe kan de Oostendse schilder worden bestempeld als de schilder bij uitstek van “het groteske en de arabeske”. Een kunstenaar, bekend voor zijn groteske taferelen, is Jacques Callot (1592-1635), de bekende Franse graveur uit de 17de eeuw. Zijn gravure De verzoeking van heilige Antonius werd bekend en bewonderd door de hele Europese kunstscène. Sommige taferelen van Callot dragen de Italiaanse titel “Capricci” die uiteraard refereert aan de grillige vormen van de grotesken. Een andere meester van het groteske is de Italiaanse meester Giovanni Battista Piranesi (1720-1778) uit de achttiende eeuw, bekend voor zijn “Capricci grotteschi” (Groteske fantasieën), uit circa 1747.